Tussen een wildgroei van ouders zitten een vriendin en ik aan de rand van het propvolle pierenbadje. Haar zoontje is op een paar meter afstand druk in de weer met een lading boomstammen. Terwijl wij door de helse hitte allang niet meer zo scherp zijn, is het kind dat wel. Hij merkt direct op dat ik zijn zwarte stoffen hoed op mijn hoofd zet.
‘He dat is mijn hoed, waarom zet je die op?’
‘Alleen even kijken hoor, ik zoek precies zo’n hoed’, zeg ik terwijl ik mijzelf bewonder met de selfiefunctie van mijn iPhone.
‘Kopen? Kopen?’ Vijf euro’! glunderen de kapitalistische kraaloogjes van het kereltje.
Ik schiet in de lach, mijn vriendin in haar rol als bezorgde moeder. Ze ziet haar met boomstammen spelende kind in twee minuten veranderen in een op geldbelust gozertje. Maar schat, je bent zo dol op die hoed. Die wil je toch niet kwijt?’
‘Vijf euro!’ Kraait het kereltje, volledig immuun voor de pedagogische aanpak van zijn moeder. ‘Ik heb nog een andere hoed toch’.
In een omslachtig codetaal van engelse woorden en gebaren bedenken we hoe we het kind kunnen bijbrengen dat niet alles in het leven om geld draait. Dat je spijt kan krijgen als je je te snel laat verleiden door glinsterend muntstukken. Hogere wiskunde voor onze inmiddels sloom gestoomde hersenen.
‘Ik weet het goed gemaakt’ zeg ik. ‘Ik koop hem voor drie euro van je.’
‘Goed!’ Roept de kleine onderhandelaar die zijn spaarvarken al tevreden hoort knorren. ‘Mag ik drie euro dan?’ Ik laat zijn uitgestrekte hand nog even ongeduldig in de lucht bungelen.
‘Maar’, zeg, ‘je kan hem alleen terugkopen voor 2,50€.’
Terwijl het vrolijke ventje met zijn drie munten naar zijn boomstammen springt, proosten wij op in onze ogen briljante aanpak. Als het kind spijt krijgt, kost hem dat vijftig cent en denkt hij de volgende keer wel beter na voordat hij iets waardevols verkoopt.
Een klein uur later nemen we afscheid bij onze fietsen.‘Ik heb spijt’, zegt het kind op de valreep. ‘Mag ik hem terug kopen?’ Mijn vriendin en ik kijken elkaar aan. We staan op het punt hem te wijzen op zijn verlies en hem te leren dat geld niet de enige waarde heeft in het leven. Dat mooie dingen onbetaalbaar zijn en meer van dat soort pedagogische juweeltjes. Pas dan beginnen onze zongedroogde hersencellen te ontwaken. Ik ben niet alleen mijn hoed kwijt, maar ook vijftig cent armer.
Geef een reactie